Bezwaar tegen uitblijven rentebeschikking
16 mei 2012
Wanneer een opgelegde voorlopige aanslag na het verstrijken van de bezwaartermijn te hoog blijkt te zijn, heeft de inspecteur de keuze deze ambtshalve te verminderen of een nadere negatieve voorlopige aanslag op te leggen. In de jaren tot en met 2009 viel de keuze van de inspecteur vaak op de ambtshalve vermindering, omdat dan minder (heffings)rente vergoed hoefde te worden. De Hoge Raad heeft in meerdere procedures duidelijk gemaakt dat de keuze van de inspecteur niet mag leiden tot een verschil in berekening van rente omdat dat in strijd is met het zorgvuldigheidsbeginsel.
Hof Den Haag was van oordeel dat tegen een beschikking ambtshalve vermindering geen rechtsmiddelen openstaan. In de visie van het hof was het dus niet mogelijk om bezwaar te maken tegen het achterwege blijven door de inspecteur van een rentevergoeding na de ambtshalve vermindering van een voorlopige aanslag.
Onder verwijzing naar een arrest van 28 oktober 2011 in een vergelijkbare situatie heeft de Hoge Raad de uitspraak van het hof vernietigd en de zaak verwezen naar Hof Amsterdam.
Terug naar overzicht