Bevoegdheid om bezwaar in te stellen
22 april 2008
Wie het niet eens is met een door de overheid gegeven beschikking kan daartegen bezwaar maken indien hij direct belang heeft bij de beschikking. Een niet-belanghebbende kan alleen bezwaar maken namens een belanghebbende. Daarvoor moet de belanghebbende een volmacht verstrekken om namens hem op te treden. Het verstrekken van een volmacht betekent niet dat de belanghebbende zelf niet meer kan handelen in deze zaak. Wel kan daardoor verwarring ontstaan, zoals blijkt uit de volgende casus. Het bezwaarschrift tegen een WOZ-beschikking werd ingediend door een gemachtigde. De belanghebbende stelde tegen de uitspraak op het bezwaar beroep in bij de Rechtbank. De Rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk omdat het bezwaar niet door of namens de belanghebbende zou zijn gemaakt. De belanghebbende verklaarde voor de rechtbank dat hij een volmacht om namens hem te handelen had verstrekt aan de indiener van het bezwaarschrift. De heffingsambtenaar van de gemeente verklaarde daarop dat deze persoon door hem was aangemerkt als gemachtigde, ook al was er in de bezwaarfase geen schriftelijke machtiging overgelegd. De heffingsambtenaar had daar niet om gevraagd, maar het was hem voldoende duidelijk dat de indiener van het bezwaarschrift als gemachtigde van de belanghebbende optrad. Volgens Hof Den Bosch miste de uitspraak van de rechtbank feitelijke grondslag. Omdat er geen andere feiten waren op grond waarvan het beroep bij de rechtbank niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard, was het hoger beroep gegrond. De rechter is verplicht om ambtshalve de ontvankelijkheid van het bezwaar te beoordelen. Deze verplichting gaat niet verder dan dat de rechter moet beoordelen of de vaststaande feiten leiden tot de gevolgtrekking dat het bezwaar niet-ontvankelijk is. In dit geval had de rechtbank als vaststaand feit moeten aanmerken dat het bezwaarschrift namens de belanghebbende was ingediend. Terug naar overzichtArchief