Bestelauto met stoelen in laadruimte
27 maart 2009
Tot 2005 was een bestelauto die aan een aantal voorwaarden voldeed vrijgesteld van BPM en gold een lager tarief voor de Motorrijtuigenbelasting. Met ingang van 2005 geldt de vrijstelling van BPM alleen voor ondernemers en voor gehandicapten. Over de periode tot 2005 zijn vele procedures gevoerd over het karakter van bestelauto’s. Hof Arnhem besliste in 2007 dat een bestelauto met een fabrieksmatig aangebracht in de vloer verzonken bevestigingssysteem voor stoelen in de laadruimte nog steeds een bestelauto was, ook als de stoelen in de laadruimte waren geplaatst. Het Hof vernietigde daarom de aan de eigenaar opgelegde naheffingsaanslag BPM. Bepalend vond het Hof de aanwezigheid van een vlakke laadvloer over de volle lengte van de laadruimte. Zolang de stoelen eenvoudig konden worden verwijderd, waardoor de vlakke laadvloer intact bleef, behield de auto het karakter van bestelauto, aldus het Hof.
De Hoge Raad is het daar niet mee eens. Door het plaatsen van stoelen heeft alleen het gedeelte achter de stoelen de functie van laadruimte. De resterende laadruimte voldeed niet aan de eisen die de wet stelt om de auto aan te merken als bestelauto.
Terug naar overzicht