Berekening landbouwvrijstelling bij uitgestelde levering
15 mei 2009
De waardevermeerdering van landbouwgrond, voor zover deze het gevolg is van prijsontwikkeling en niet van verbetering van de grond, is door de werking van de landbouwvrijstelling niet belast. Door de werking van de vrijstelling is het verschil tussen de boekwaarde van de grond en de waarde in het economische verkeer bij voortgezet agrarisch gebruik (WEVAB) niet belast. Bedraagt de verkoopprijs meer dan de WEVAB, dan is het meerdere wel belast. Uiteraard heeft de WEVAB zich door de jaren heen ontwikkeld. De vraag bij een verkoop met uitgestelde levering is dan welke waarde voor de WEVAB moet worden gehanteerd.
Een landbouwer verkocht zijn grond in 1996. De levering was uitgesteld en vond uiteindelijk plaats in 2002. De grond was in de tussenliggende tijd door de landbouwer in zijn bedrijf gebruikt. In de periode van 1996 tot 2002 was de WEVAB verdubbeld. De winst op de grond werd in de aangifte over 2002 verwerkt. De verkoper had de winst berekend uitgaande van de WEVAB uit 2002.
De rechtbank was van oordeel dat de verkoper in 1996 door het sluiten van de verkoopovereenkomst de economische eigendom van de grond had overgedragen omdat hij zich toen had verplicht de grond aan de koper te leveren voor een vastgestelde prijs. Daarom vond de rechtbank dat de WEVAB 1996 bepalend was voor de hoogte van de landbouwvrijstelling.
Terug naar overzicht