Behandeling totale procedure niet onredelijk lang: geen vermindering boete
14 mei 2007
In een procedure over een navorderingsaanslag inkomstenbelasting 1990, die is opgelegd aan de exploitant van een horecabedrijf, is in geschil of de navorderingsaanslag terecht is opgelegd en of de boete, die na vermindering 50% van de nagevorderde belasting bedraagt, terecht is opgelegd. Volgens het Hof is de administratie van de ondernemer zo gebrekkig, dat deze terecht is verworpen als grondslag voor de vaststelling van het inkomen. De door de inspecteur gemaakte schatting van omzet en winst is redelijk; door de ondernemer is niet bewezen, dat de schatting onjuist is. Gezien de tekortkomingen van de administratie is volgens het Hof bewezen, dat het aan opzet van de ondernemer te wijten is, dat aanvankelijk te weinig belasting is geheven. Het Hof ziet in de verstreken termijn geen aanleiding om de boete te verminderen. Er is geen onredelijke lange behandeling geweest gelet op het verloop van de gehele procedure: bezwaar, beroep, beroep in cassatie en verwijzing door de Hoge Raad naar een ander gerechtshof. Terug naar overzichtArchief