Beëindiging arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden
27 februari 2008
Een werkgever en een werknemer legden in een beëindigingsovereenkomst de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden vast. De overeenkomst bevatte ondermeer een vastlegging van de door de werkgever toegekende beëindigingsvergoeding en daarnaast een bepaling waarbij partijen elkaar over en weer algehele en finale kwijting verleenden van al wat zij op grond van de arbeidsovereenkomst of een andere overeenkomst van elkaar mochten hebben te vorderen. Volgens deze bepaling bestonden er geen andere afspraken meer tussen partijen dan de in de beëindigingsovereenkomst opgenomen afspraken. Tussen partijen was voor de beëindigingsovereenkomst een afspraak gemaakt over de terugbetaling van door de werkgever voorgeschoten premie voor de ziektekostenverzekering van de werknemer. De werkgever hield op de toegekende ontslagvergoeding de resterende termijnen van deze terugbetaling in. Naar het oordeel van de kantonrechter was dat niet toegestaan. De tekst van de beëindigingsovereenkomst ging verder dan een algemene finale kwijtingsbepaling door de expliciete vermelding dat er geen andere afspraken meer bestonden en dat bestaande afspraken teniet werden gedaan door de beëindigingsovereenkomst. Nergens bleek dat de werkgever zijn vordering met betrekking tot de ziektekosten wilde handhaven. Terug naar overzichtArchief