Aftrek voor ter beschikking gestelde zaken?
12 december 2008
Een groothandel in grondstoffen voor medicijnen werkte nauw samen met een stichting, die als doel had het behandelen van patiënten met chronische huidziekten en allergieën en de exploitatie van medische centra. De stichting vormde een belangrijk indirect afzetkanaal voor de groothandel. De directeur van de groothandel was getrouwd met de bestuurder van de stichting. De groothandel investeerde in twee auto’s die door de stichting zonder vergoeding werden gebruikt. De belastingdienst was van mening dat de groothandel op grond van het Besluit Uitsluiting Aftrek (BUA) geen recht had op aftrek van de voorbelasting die drukte op de auto’s. De terbeschikkingstelling van de auto’s diende volgens de belastingdienst geen zakelijk belang van de groothandel, maar kwam voort uit de relatie tussen de groothandel en de stichting c.q. uit de relatie tussen de bestuurders. Hof Arnhem ging er van uit dat de groothandel door vergroting van haar afzetmogelijkheden belang had bij het door de Stichting laten gebruiken van de auto’s, maar oordeelde vervolgens dat het BUA van toepassing was. Volgens de Hoge Raad kan er, gezien het door het Hof gekozen uitgangspunt, geen sprake zijn van relatiegeschenken in de zin van het BUA. Evenmin is sprake van andere giften waarop het BUA van toepassing is. Terug naar overzichtArchief