Afronding omzetbelastingbedragen
29 mei 2009
Het tarief van de omzetbelasting is een percentage van de in rekening gebrachte vergoeding. De berekening van omzetbelasting kan leiden tot een bedrag in gedeelten van eurocenten. In een dergelijk geval zal moeten worden afgerond op hele centen. De vraag is hoe dat moet gebeuren. Moet of mag voor ieder artikel de berekende omzetbelasting naar beneden worden afgerond of moet rekenkundig worden afgerond? Die vraag speelt in een procedure van een supermarktketen.
De supermarktketen berekende aanvankelijk de omzetbelasting met afronding per kassabon. De supermarktketen maakte bezwaar tegen de eigen aangifte en berekende daarin de belasting niet per kassabon maar afzonderlijk per artikel. De berekende belasting rondde de supermarktketen af naar beneden. De Nederlandse wet schreef tot 11 juni 2004 geen methode van afronding voor. Sinds die datum geldt de rekenkundige afronding.
De Europese richtlijnen schrijven geen methode van afronden voor en verbieden ook geen methode. Dat betekent dat de lidstaten vrij zijn om op nationaal niveau maatregelen te treffen. In ieder geval zijn de lidstaten niet verplicht, noch op grond van de richtlijnen, noch op grond van het beginsel van fiscale neutraliteit of het evenredigheidsbeginsel om afronding van het BTW-bedrag per artikel naar beneden toe te staan.
Volgens de Hoge Raad leidt de toepassing van de rekenkundige methode tot een geringere onnauwkeurigheidsmarge dan de door de supermarktketen gehanteerde methode. Om die reden is de rekenkundige methode volgens de Hoge Raad de aangewezen afrondingsmethode voor het berekenen van de verschuldigde omzetbelasting. De Hoge Raad vond niet van belang dat bij afronding tot op de eurocent volgens de rekenkundige methode de omzetbelasting soms een fractie van een eurocent meer bedraagt dan het wettelijke percentage over de vergoeding.
Terug naar overzicht