Administratie niet verworpen
24 februari 2011
Ondernemers zijn verplicht om een administratie bij te houden waaruit kan worden afgeleid wat hun fiscale verplichtingen zijn. De eisen die aan de administratie gesteld worden zijn onder meer afhankelijk van de aard van de onderneming.
Naar aanleiding van een boekenonderzoek bij een metaalrecyclingbedrijf weigerde de inspecteur een deel van de contante inkopen als ondernemingskosten te accepteren. Die weigering was gebaseerd op het niet kunnen of willen noemen van de namen van wie de goederen waren ingekocht. Voor de vaststelling van de belastbare winst van een onderneming is de naam van degene van wie een ondernemer materialen inkoopt niet van belang.
Hof Arnhem vond de door de inspecteur geconstateerde gebreken in de administratie van de ondernemer niet van dien aard om te concluderen dat hij niet aan de wettelijke administratieverplichting had voldaan. De ondernemer had het kladkasboek niet bewaard. De geboekte gegevens sloten niet altijd aan op de aanwezige inkoopgegevens en er was geen administratie van de goederenbeweging. Omkering en verzwaring van de bewijslast was daarom niet aan de orde. Volgens het hof slaagde de ondernemer erin om aannemelijk te maken dat het door de inspecteur gecorrigeerde bedrag betrekking had op inkopen. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie van de inspecteur verworpen.
Terug naar overzicht