Accijnsvrijstelling internationaal vervoer ten onrechte toegepast
14 mei 2007
De exploitant van een passagierschip heeft accijnsgoederen als tabak en alcoholhoudende drank ingekocht voor de verkoop aan passagiers. De Nederlandse wet kent een vrijstelling van accijns voor de inkoop in het kader van het vervoer tussen verschillende EG-lidstaten. Als er geen sprake is van leveringen, die direct in verband staan met een buitenlandse reis, dat wil zeggen met vertrek vanuit Nederland naar een in een andere EG-lidstaat gelegen bestemming, is de vrijstelling niet van toepassing, aldus Hof Arnhem. Dat geldt voor de leveringen, die in Duitsland hebben plaatsgevonden door een Nederlandse leverancier, terwijl het schip in Duitsland een ligplaats had of voor binnenlandse reizen in Duitsland werd gebruikt. Op dergelijke leveringen was ten onrechte het nultarief BTW toegepast. De naheffing van accijns en omzetbelasting was terecht gebeurd. Tussen partijen bestond geen verschil van mening over de hoogte van de belastingen, uitsluitend over de vraag of belasting was verschuldigd. Terug naar overzichtArchief