Aankoop in later jaar beïnvloedt herinvesteringsvoornemen niet
22 juni 2007
Ondernemers die bedrijfsmiddelen met winst verkopen kunnen belastingheffing over de behaalde winst uitstellen door de vorming van een herinvesteringsreserve. De gereserveerde boekwinst wordt als eerste afschrijving geboekt op latere investeringen in bedrijfsmiddelen. Voor de boekwinst die wordt behaald met de verkoop van onroerende zaken moet de ondernemer het voornemen hebben om de winst te herinvesteren in een vervangend pand. Ontbreekt dat voornemen dan kan geen herinvesteringsreserve worden gevormd of moet een bestaande reserve aan de winst worden toegevoegd. Hof Amsterdam kwam in een procedure tot het oordeel dat een ondernemer die in 2002 zijn bedrijfspand had verkocht aan het einde van dat jaar geen herinvesteringsvoornemen had. Het Hof baseerde dat oordeel onder meer op de aankoop van een schip in 2004. Door de in 2004 aangegane verplichtingen had de ondernemer geen financieringsruimte meer voor de aankoop van een pand. Volgens de Hoge Raad moet aan het einde van een jaar beoordeeld worden of een ondernemer een herinvesteringsvoornemen heeft. Het Hof had een in een later jaar aangegane verplichting in die beoordeling betrokken zonder aan te geven waarom die verplichting het bestaan van een herinvesteringvoornemen aan het einde van het jaar 2002 zou verhinderen. Terug naar overzichtArchief