Aanbrengprovisie beleggingen
24 mei 2012
Box 3 van de Inkomstenbelasting omvat de voordelen uit sparen en beleggen. Daartoe behoren de opbrengsten van normaal, actief vermogensbeheer door een particulier. Wanneer de activiteiten die behoren bij het vermogensbeheer verder gaan, dan vallen de opbrengsten niet meer in box 3, maar in box 1 onder de noemer resultaat uit overige werkzaamheden. Het kan dan gaan om de aanwending van voorkennis of bijzondere vormen van kennis om daarmee rendement te behalen.
Een persoon die belegde bij een “wonderbelegger” attendeerde familie en vrienden op de door hem behaalde rendementen. Een aantal relaties belegde vervolgens rechtstreeks of door tussenkomst van deze persoon bij de wonderbelegger. Deze betaalde provisie voor het aanbrengen van beleggers. De vraag was of de activiteiten bestaande uit het aanbrengen van beleggers bij de wonderbelegger en het doorlenen van inleggelden kwalificeerden voor box 1.
De rechtbank was van oordeel dat niet aannemelijk was gemaakt dat deze activiteiten verder gingen dan bij normaal, actief vermogensbeheer gebruikelijk is. Er was geen arbeid van enige omvang verricht waar het behaalde rendement als vergoeding tegenover stond. Evenmin was sprake van bijzondere kennis of voorkennis. Gevolg van de kwalificatie was dat de verliesposten van latere jaren geen negatief resultaat uit overige werkzaamheden vormden.
Terug naar overzicht